Zeekantoor

In een gri­js verleden is het Zeekan­toor in Enkhuizen gebouwd voor de paters die als biecht­vaders de tal­rijke kloost­ers in de omgev­ing bedi­en­den. In 1572 wer­den die kloost­ers opge­heven, net zoals alle andere katholieke instellin­gen. De gebouwen vervie­len aan de nu protes­tante overheid.Het col­lege van de Admi­raliteit in het Noorderk­warti­er kreeg het pand tot de beschikking. Het Pater­shof werd Zeekan­toor. Het grote kanon, buit­ge­maakt op de Duinkerk­er kapers, kreeg een waardi­ge plek op de bin­nen­plaats.

In de Franse tijd wer­den de Admi­raliteit­en opge­heven. Er kwam een lan­delijke marine, het Zeekan­toor was nu over­bod­ig.

Een aan­tal ruimtes aan de oost­z­i­jde van het com­plex werd ver­hu­urd aan het Nut en verder stond het leeg. In 1820 werd het gebouw aan de gemeente Enkhuizen overge­dra­gen, maar Den Haag wilde wel dat het Nut het oost­elijk gedeelte mocht bli­jven gebruiken. De verenig­ing kreeg ook de inven­taris: een tafel met acht stoe­len, de gordi­j­nen en een haard­s­tel. Het Nut heeft bij­na 100 jaar in het Zeekan­toor ver­gaderd. Alleen in 1810 moesten ze er een paar dagen uit. Er kwam een Franse gen­er­aal op bezoek om de bouw van een schip te inspecteren en de man moest juist in het Zeekan­toor een onderkomen kri­j­gen.

Soep en tur­f­jes
Het gebouwen­com­plex werd een soort Nieuwe Doe­len. Het Nut ver­gaderde er en had daar ook haar spaar­bank en een bib­lio­theek. Het Armenbestu­ur deelde er ’s win­ters soep en tur­f­jes uit.Na 1860 oefende het koor Con­cor­dia in een spe­ci­aal ingericht con­certza­alt­je. Ze zat­en eerst in Art­ibus Sacrum - nu de Eucheriuskapel - maar dat had de gemeente gekocht om er de Tussen­school in te ves­ti­gen. In het con­certza­alt­je, nu de Nut­sza­al, wordt nog steeds muziek gemaakt. Toen in 1870 de HBS werd opgericht, kon die ook wel in het Zeekan­toor. De fraaie ruimtes rond de bin­nen­plaats kon­den de 33 leer­lin­gen, de vier ler­aren, de amanu­en­sis en de directeur makke­lijk her­ber­gen. De geschiedenisler­aar Rood­huy­sen kon erg ent­hou­si­ast vertellen. Als een van de vele veld­sla­gen uit de oud­heid behan­deld moest wor­den, ging dat zo luidruchtig dat de kraaien in de eiken­boom op de bin­nen­plaats zich rot schrokken. Die boom was zelf ook his­torisch. Hij was in 1795 ter gele­gen­heid van de inval van de Franse rev­o­lu­tion­aire troepen geplant.

Ook de Armen­school gebruik­te een van de zalen. Met Kerst werd voor de leer­lin­gen een grote ker­st­boom opgesteld. Een gewoonte die uit Duit­s­land was overge­waaid. Op Tweede Ker­stdag mocht­en ook de andere kinderen uit de stad naar de ker­st­boom komen kijken, ze moesten dan wel een dubbelt­je betal­en. In 1874 was het gebouw zo slecht dat groot onder­houd noodza­ke­lijk was. Het lei­d­de tot een enorm con­flict in de gemeen­ter­aad. Een aan­tal raad­sle­den onder aan­vo­er­ing van de lib­er­aal Van Slochteren vond het onzin dat de gemeente voor de onkosten op moest draaien.

Ges­loopt
Het oude Zeekan­toor kon wel ges­loopt wor­den en de huur­ders moest zelf maar een nieuw onderkomen zoeken. Voor­standers van het onder­houd wer­den zelfs van cor­rup­tie beschuldigd: een aan­tal gemeen­ter­aad­sle­den zong in het Con­cor­diakoor en stemde dus vóór uit eigen­be­lang. De alti­jd mop­perige Van Slochteren trad zelfs af om deze kwest­ie. Bij de verkiez­ing voor zijn opvol­ging kreeg hij een ruime meerder­heid van de 189 stemgerechtig­den in de stad alweer achter zich: je stemde toen­ter­ti­jd door een naam op een papiert­je te schri­jven. Maar hij had genoeg van de poli­tiek en verk­laarde dat hij de benoem­ing niet zou aan­vaar­den. Het Zeekan­toor werd opgek­napt.

In 1900 ging het mis. Het gebouw was nu zo slecht dat het zelfs gevaar­lijk was, de stukken kalk kwa­men naar bene­den. Mon­u­menten­zorg was er nog nauwelijks en het oude Zeekan­toor werd ges­loopt. In de plaats daar­van ver­rees een mooi nieuw school­ge­bouw tegen­over de West­erk­erk. Het Nut bleef op het oost­elijk gedeelte van het ter­rein en bouwde daar de Nutss­paar­bank.