Stadsherberg

De stad­sher­berg stond op het Eiland vlak­bij het Land­je van Top. In 1598 werd de her­berg gebouwd. Het was bedoeld voor mensen die op door­reis waren. Het heeft er bij­na vier eeuwen ges­taan.

Een aan­tal loge­men­thoud­ers in de buurt van de Stad­sher­berg hield­en er in acht­tiende eeuw een aparte vorm van neve­n­ac­tiviteit­en op na: het zoge­naamde ceel- of zielsverkopen. De her­bergier­ster (vaak waren het vrouwen) investeerde in een VOC zee­man. Hij kreeg uitrust­ing en kon of moest in de her­berg verbli­jven tot­dat er een VOC schip vertrok. In ruil daar­voor kreeg de her­bergier­ster een schuld­beken­te­nis van de man, opgesteld door de VOC boekhoud­er of een notaris. Op het moment dat de zee­man vol­doende sal­do op zijn salaris­reken­ing bij de VOC had, kon de schuld op het VOC kan­toor ver­ef­fend wor­den.

De Stad­sher­berg is buiten de poorten gebouwd, zodat je ook nog logies kon kri­j­gen als ‚’s nachts de poorten ges­loten waren. De gelagkamer van deze her­berg had een hoge vlo­er, zodat men vanu­it zijn stoel goed zicht had op de haven. Ondanks protesten van onder andere Oud Enkhuizen en Heem­schut is het gebouw in de vijftiger jaren van de twintig­ste eeuw ges­loopt.