Rijksbetonning

Als beloning voor de opstand in 1572 kreeg Enkhuizen van Willem van Oran­je het Paalk­istrecht, in de beschri­jv­ing van het stad­huis werd dit al genoemd. In alle havens rond de Zuiderzee, de huidi­ge Mark­er­waard, IJs­selmeer en Wad­den­zee, inde Enkhuizen een soort haven­be­last­ing. In ruil daar­voor ver­zorgde Enkhuizen de beton­ning en bebak­en­ing in dit belan­grijke vaar­wa­ter.

In 1824 voltooide men het Noord-Hol­lands Kanaal. De Zuiderzee werd steeds min­der bevaren en het Paalk­istrecht bracht steeds min­der op. Na klacht­en van het gemeente bestu­ur besloot het Rijk, met name de Marine, de taak van Enkhuizen over te nemen. De werkgele­gen­heid bleef echter in de stad. In 1886 besloot de Marine een Rijks Alge­meen Beton­nings­magaz­i­jn op de Bierkade te bouwen.