Oude Ketenpoort - Drommedaris

De Keten- of Zuider­poort, lat­er de Dom­burg en daar­na Drommedaris genoemd, was oor­spronke­lijk een bunker of kaze­mat. Aan de havenkant was hij twee verdiepin­gen hoog met in de schi­et­gat­en kanon­nen die de hele pold­er en zuidelijke dijkroute bestreken.

De onder­ste laag schi­et­gat­en is bij de ophoging van het Land­je van Top onder de grond verd­we­nen. De Drommedaris was het begin van een oude stadsmuur.

De hele vijf­tiende en zestiende eeuw was men bezig geweest de stad te verdedi­gen. Men moest wel. We ken­nen uit die tijd de Hoekse en Kabel­jauwse twisten, de oor­logen tegen de Friezen en tegen de Her­tog van Gelre.

In 1489 was de gracht­en­gordel om de stad klaar, in de jaren daar­na vol­gden de muren, ron­de­len en poorten. Nog steeds is dit mid­deleeuwse vest­ing­w­erk in de plat­te­grond van de stad te herken­nen: Pak­tu­inen, Prin­sen­straat, Oude Gracht en Spaans Leg­er mark­eren duidelijk de grens tussen het mid­deleeuwse Enkhuizen en de zeven­tiende-eeuwse uit­brei­d­ing. Op de punt tussen Oude Gracht en Spaans Leg­er was een ron­deel met een merk­waardi­ge naam: Spi­jt­broek­storen. Bij de bouw daar­van in 1488 herin­ner­den de Enkhuiz­ers zich dat de Hoekse Groote­broek­ers daar ooit een aan­val deden op het Kabel­jauwse Enkhuizen. De Groote­broek­ers had­den zich ver­stopt in schuiten met hooi, maar wer­den ont­dekt en tot diep in de Streek nage­jaagd. Meer dan zes­tig jaar lat­er noemde men dit bol­w­erk­je Spi­jt­broek­storen: het punt waar de ‘Broek­ers’ spi­jt kre­gen. Na een opgrav­ing zijn de fun­da­menten nu weer in het plaveisel aangegeven.

Aan het einde van de zestiende eeuw was de ste­nen muur oud­er­wets gewor­den. De Tachtig­jarige Oor­log had geleerd dat de kan­non­nen veel te krachtig waren. De stad had bin­nen de muren ook te weinig ruimte. In 1595 werd met de aan­leg van een mod­erne aar­den omwalling met puntige bas­tions begonnen. De muur met zijn ron­de­len werd ges­loopt. Alleen de Drommedaris bleef staan.

In 1649 werd hij zelfs opge­hoogd tot zijn huidi­ge hoogte en vorm en werd er het oude car­il­lon van de Zuiderk­erk in gehangen. Voor de Zuiderk­erk had men een splin­ternieuw car­il­lon van de gebroed­ers Hemo­ny gekocht. Twintig jaar lat­er werd er ook voor de Drommedaris een Hemo­ny-car­il­lon besteld. Die ophoging en dat car­il­lon waren er niet alleen voor de sier. De klokken dien­den voor het aangeven van de tijd en als misthoorn.