Engelse toren

De Engelse toren is gebouwd in 1396 (of 1407) aan de Oost­er­haven, aanslui­tend aan de bebouwing van de bocht.

Omstreeks 1464 werd de toren hoger opgetrokken en voltooid.

De Hol­landse graven gebruik­ten Enkhuizen toen als uit­vals­ba­sis voor hun oor­logen in Fries­land. De naam Engelse Toren is waarschi­jn­lijk afkom­stig van de Engelse huur­sol­dat­en. Die waren zeer gewild op de Europese slagvelden omdat het zulke goede boogschut­ters waren. Bij één van die Hol­landse landin­gen bij Sta­voren liet een Friese dame boven op de dijk haar blote achter­ste zien om haar mening over de Hol­lan­ders te ken­nen te geven. Zij kwam er achter hoe goed de boogschut­ters waren.

De ankers aan de toren herin­neren aan de oor­logen tussen de her­tog van Gelre (met als haven­stad Hard­er­wijk) en de Bour­gondis­che vorsten. De Bour­gondiërs probeer­den alle Ned­er­landse gewest­en in han­den te kri­j­gen. Gelre verzette zich tegen dat annex­atiestreven.

De toren werd uitein­delijk een her­berg. Daarin hield de Verenigde Oost-Indis­che Com­pag­nie van 1602 tot 1630 (voor men naar de Wierdijk ging) ver­gaderin­gen, reden waarom de toren ook Oost-Indis­che toren werd genoemd.

Na de stor­mvloed van 1610 bracht men op de toren een merk­steen aan. In 1830 werd de toren ges­loopt.